Angelique Hol verzorgende ig en bestuurslid bij V&VN Verzorgenden: “Zorgprofessionals zijn extra belangrijk bij hitte. Jij ziet vaak als eerste dat het niet goed gaat. Gebruik je ogen, oren én je ervaring. Met kleine acties kun je een groot verschil maken.”
Dit zijn haar tips:
1. Maak een overzicht van cliënten en patiënten met een verhoogd risico. Denk aan mensen met hartfalen, overgewicht of een hoge leeftijd.
2. Zorg voor voldoende vochtinname. Laat cliënten en patiënten 2 tot 3 liter vocht drinken. Controleer de kleur van de urine. Is de urine erg donker, dan wijst dat op uitdroging.
3. Zorg voor afkoeling. Zoek luchtige kleding uit voor de patiënt of cliënt. Gebruik als het kan ventilatoren en airconditioners.
4. Houd gordijnen en deuren overdag dicht. Zo blijft het binnen koeler. Zet ramen en deuren pas open als het buiten koeler is dan binnen. Dat is meestal in de avond of vroege ochtend.
5. Schakel zo mogelijk mantelzorg in. Mantelzorgers kunnen erop letten of de naaste voldoende drinkt.
6. Pas de zorgverlening aan aan de warmte. Denk aan de vroegere ‘tropenroosters’ op scholen. Begin in overleg een uur eerder met de zorg, omdat het dan koeler is.
7. Let ook op jezelf en je collega’s. Drink zelf ook voldoende. Omstandigheden bij cliënten thuis kunnen belastend en heet zijn. Niet iedereen heeft airco.
8. Overweeg om bepaalde onderdelen van de zorgverlening tijdelijk niet uit te voeren. Zo maak je tijd vrij om te zorgen dat de cliënt of patiënt goed drinkt.
9. Ondanks zweten hoeven patiënten niet extra zout in te nemen. Voldoende drinken houdt de vochtbalans op peil. Van thee of koffie droogt de patiënt niet uit, maar water blijft de beste dorstlesser.
Bron: Skipr