De gezinswerkers zelf hebben ook een biculturele achtergrond. Zij spreken o.a. Turks, Arabisch of een andere niet westerse taal, daardoor kunnen zij makkelijker communiceren met de cliënten.
Ik verzorg 'coaching on the job' voor deze gezinswerkers; zij komen bij de gezinnen thuis, zijn betrokken bij de analyse van de problematiek, stellen behandelplannen op, helpen de gezinnen praktisch op allerlei manieren en proberen de zelfredzaamheid te vergroten.
De positie van de gezinswerker is ook complex; men heeft dikwijls dezelfde culturele achtergrond als de cliënt, spreekt dezelfde taal, deelt het geloof maar is in de positie van professional; heeft een MBO+ of HBO opleiding gedaan, is meestal economisch onafhankelijk en is heeft een voorbeeldfunctie voor de cliënt en het gezin.
Meestal is de gezinswerker 'tweede generatie', dat betekent dat de professional in Nederland geboren is of hier kwam wonen toen men nog heel klein was.
Het referentiekader van de gezinswerker is dus echt bicultureel; men is via school en maatschappij gevormd door Nederland maar opgevoed door ouders die vaak zelf als jongvolwassenen naar Nederland kwamen. Zij leefden met hun gezin volgens doorgaans sterk traditionele waarden & normen waarbij bijvoorbeeld 'dienstbaar zijn' belangrijk werd gevonden.
Deze waarde past binnen een collectivistisch cultuurpatroon maar ook binnen de beroepsethiek van de zorgmedewerker; de kwetsbare mens helpen, beter maken, de weg wijzen. Interessant is om te zien dat tijdens mijn twee recente coachgesprekken met gezinswerkers assertieve vaardigheden aan de orde kwamen bij het bepalen van hun leerdoel. Hoe functioneer je op het werk met je collega's en anderen waarvan je een zekere afhankelijkheid hebt?
We hadden het over : kritische feedback geven en grenzen aangeven.
Een voorbeeld van een gezinswerker van 28 jaar die me opgetogen vertelde dat ze nu zowel in haar priveleven als op haar werk beter 'grenzen aan kan geven'. Eerst dacht ze 'dat ze op alles wat haar werd gevraagd ja moest zeggen want je kunt een ander niet zomaar teleurstellen'. Ook in haar priveleven als vrienden haar vragen te komen, dan deed ze dat al was ze heel moe of had ze geen zin. Ook op het werk als de directeur haar nu vraagt om een extra taak op zich te nemen, zegt ze soms' dat ze daar geen ruimte voor heeft'.
Ze heeft ontdekt 'dat je voor jezelf mag zorgen en rust mag nemen'. Ook bespraken we uitvoerig dat haar referentiekader een andere is dan die van haar moeder en dat zij het recht heeft zich op haar manier te ontwikkelen als volwassenen. Ze is inmiddels ook in gesprek met haar moeder want ze vindt dat die ook meer 'nee' kan zeggen in haar leven."