Je hebt het of je hebt het niet. Het werken in de zorg is niet gemakkelijk, maar wel erg dankbaar werk. Ook al zal je dit mogelijk niet altijd zo ervaren. De ene dag is de patiënt erg dankbaar voor je hulp en de andere keer wordt er vloekend opgehangen aan de telefoon.
De gezondheidszorg is erg complex en veelzijdig. Er zijn zoveel verschillende takken in het zorgstelsel. Ik weet nog dat ik eerst niet eens besefte hoe breed de zorg opgebouwd is. Het zijn niet alleen de mensen die aan het bed staan en die onregelmatige uren draaien. Het is zoveel groter, er werken zoveel verschillende mensen mee om ervoor te zorgen dat de zorg 24/7 blijft draaien. Er valt veel te zeggen over de gezondheidszorg in Nederland. Maar het is toch fascinerend om van dichtbij te zien hoe dit allemaal werkt.
Ik kan gerust zeggen dat ik erg betrokken ben in de gezondheidszorg. Ik kijk vanuit verschillende rollen toe hoe de zorg hier draait. Als studente, als zorgverlener, als zorgvrager, als burger, als mantelzorger. Ik blijf de zorg heel interessant vinden door de veranderingen die er telkens plaatsvinden. Er komen producten op de markt die ervoor zorgen dat mensen langer thuis kunnen wonen. Medicatie en behandelingen worden verder ontwikkeld waardoor bepaalde ziektebeelden beter te behandelen zijn. De patiënt kan tegenwoordig zelf online een afspraak inplannen bij de huisarts of digitaal medicatie herhalen. Natuurlijk is dit niet voor elke doelgroep even gemakkelijk, maar er begint wel verandering in te komen. Dit merk ik ook bij mijn tak van de zorg.
Ik werk als doktersassistente (DA) bij een gezondheidscentrum, waar vier verschillende huisartsenpraktijken gevestigd zijn. Ze werken in het pand waar voorheen een autodealer in zat. Naast de huisartsen zitten er ook nog een apotheek, diëtiste, verloskundige en sinds kort een podotherapeut onder hetzelfde dak. Een drukke maar ook gezellige plek om te werken. Ik ben hier begin februari gestart met een extra stage. Omdat ik graag nog meer ervaring wilde opdoen binnen de huisartsenzorg. Deze vakantie zal ik er ook veel te vinden zijn.
Maar niet alleen bij de huisarts. Ik werk ook nog in het ziekenhuis bij polikliniek gynaecologie en polikliniek geriatrie. Bij polikliniek gynaecologie heb ik mijn eerste stage gevolgd voor de opleiding tot DA. Ook mocht ik toen een korte stage bij het medisch laboratorium volgen, hier heb ik één week bij het bloedafname lab gewerkt en één week bij het medisch laboratorium. Ik heb daar veel medische handelingen kunnen aftoetsen zoals het uitvoeren van een venapunctie, OGTT, urineonderzoek (urinekweek, urinesediment, zwangerschapstest, drugstest) en fecesonderzoek.
Ook heb ik vakantiewerk gedaan bij de operatiekamers. Dit is een hele andere wereld dan bij het laboratorium of de polikliniek. Er werken rond de 80 collega's die onherkenbaar zijn door de identieke kleding die iedereen draagt. En tijdens de corona epidemie had iedereen ook standaard een mondkapje op. Het was wel indrukwekkend om binnen de OK muren te werken. Maar ik wist wel dat mijn voorkeur toch meer naar de polikliniek uitging. Na mijn stage ben ik hier dan ook blijven hangen, wegens de prettige werksfeer en de afwisseling in werkzaamheden.
Afgelopen maand ben ik gestart bij de polikliniek geriatrie. Hierdoor houd ik toch nog contact met de doelgroep waarmee ik het liefste werk. De ouderenzorg. Voorheen werkte ik ook 4 jaar lang bij een verzorgingshuis als Verzorgende-IG (VZ-IG). Ik ben hier net mee gestopt, omdat het allemaal iets te druk voor mij werd. In het verzorgingshuis wonen allemaal ouderen met geheugenproblemen, denk bijvoorbeeld aan dementie of Parkinson. Maar dat niet alleen, want er zijn ook nog 4 appartementen beschikbaar die dienen als zorghotelkamers. Waardoor er een diversiteit in cliënten bestaat. De een moet revalideren van een heupoperatie en de ander komt om zijn mantelzorger even te ontlasten.
Ik ben in 2016 gestart met de opleiding tot VZ-IG doordat mijn oma thuiszorg nodig had. Toen ik zag hoe de zusters van de thuiszorg haar hielpen, wist ik meteen dat ik dat ook wilde gaan doen. Zorgen voor andere mensen, dat leek mij wel wat. Tenslotte deed ik dat als kind ook altijd al. Als iemand zich niet goed voelde was ik altijd degene die met een dekentje kwam aanlopen volgens mijn moeder.